ARTIKEL 19 – VRIJHEID VAN MENINGSUITING

“Eenieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om deze op alle mogelijk manieren, ongeacht grenzen, inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven.”

In Soedan werden tientallen voorvechters van mensenrechten gearresteerd en gemarteld door de nationale inlichtingendienst en veiligheidstroepen.

Twee prominenten mensenrechtenactivisten werden in Ethiopië vals beschuldigd en onterecht veroordeeld en kregen een gevangenisstraf van bijna drie jaar.

In Somalië werd een prominente mensenrechtenactivist vermoord.

De regering in de Democratische Republiek Congo bekritiseert en bedreigt mensenrechtenactivisten en legt de vrijheid van meningsuiting en het recht op bijeenkomsten aan banden. In 2007 werden voorwaarden in de wet over de pers door de regering gebruikt om kranten te censureren en vrijheid van meningsuiting te beperken.

Rusland heeft politiek andersdenkenden onderdrukt, neutrale media verboden of onder druk gezet en niet-gouvernementele organisaties dwarsgezeten. Vreedzame publieke demonstraties werden met geweld uiteen geslagen en advocaten, mensenrechtenactivisten en journalisten werden bedreigd en aangevallen. Al sinds 2000 blijft de moord op zeventien journalisten die kritiek op het regeringsbeleid en de politiek hadden, onopgelost.

In Irak werden in 2008 op zijn minst zevenendertig medewerkers van de Iraakse radio en tv vermoord. Sinds de invasie in maart 2003 zijn er inmiddels 235 mediamensen vermoord, wat Irak de gevaarlijkste plaats ter wereld maakt voor journalisten.